Stotteren

Tijdens het spreken zijn ongeveer honderd spieren betrokken die aanspannen en weer loslaten om de klanken te vormen. Elke spier moet de juiste bewegingen maken, met de juiste kracht, op het juiste moment. De hersenen sturen deze spreekspieren aan. Het is in dit signaal van de hersenen naar de spieren dat er bij stotteren iets misgaat. Daarom noemen we stotteren een neuromusculaire timingsstoornis. Personen die in aanleg een wankel timingssysteem voor spreken hebben, zullen pas stotteren wanneer er zich omstandigheden voordoen die het stotteren uitlokken. Deze uitlokkende factoren, die sterk individueel verschillend zijn, kunnen we opdelen in drie groepen:

  • Snelheidsfactoren
    • gejaagd communiceren
    • snel spreken
  • spanningsfactoren
    • een ingrijpende levensgebeurtenis
    • praten tegen een persoon voor wie je veel ontzag hebt
  • belemmeringen
    • taalproblemen
    • ontwikkelingsproblemen zoals ADHD, ASS of leerproblemen

Iemand die stottert, herherherherhaalt of vvvvvverlengt klanken of b-lokkeert op een klank. Het stotteren gebeurt onverwachts en geeft de spreker een gevoel van controleverlies en spanning. Elke persoon die stottert, gaat op een andere manier om met deze spanning: sommige personen proberen de klanken eruit te duwen, anderen zullen vermijden om te spreken. Er zijn nog veel meer reacties op het stotteren mogelijk.

Vroeg ingrijpen kan voorkomen dat het stotteren verder ontwikkelt. Iemand die stottert kan immers het idee of het gevoel krijgen dat er iets mis is met zijn spreken. Dit zorgt voor een toename van de spanning, wat dan weer het stotteren negatief kan beïnvloeden. Stottertherapie kan op elke leeftijd zinvol zijn, zowel bij beginnend stotteren als bij stotteren dat al verder ontwikkeld is.

Meer informatie kan je vinden op www.stotteren.nl